We zijn eenvoudige jongens. Onze secretaresse is een overwerkte moeder van drie, wiens trouwring opmerkelijke gelijkenissen vertoont met die van één van onze partners. We slijpen onze eigen potloden en zoeken elke ochtend naar het beste paar schoenen in een kast waar overigens maar twee pakken in hangen. Eentje voor vandaag en eentje voor morgen. En of we dat pak nu moeten aantrekken of niet; we komen ons bed uit als een klant wérkelijk wil vernieuwen.
Waarvoor we ons bed uit komen
We zijn beslist frisse jongens. Ingezeept en strak gevouwen stormen we nog vóór de koffie naar binnen om er tot op de draad bezweet pas weer uit te komen, als we wéten waar en hoe het beter kan. Tegen die tijd heeft iedereen een gezonde hekel aan ons, zijn we onze onschuld kwijtgeraakt en hebben we zelf een gezond cynisme opgebouwd. Dan zeggen we: ‘Wreed bedrijf, maar wat laten ze veel kansen liggen …’ Als we dat constateren, dan wéten we; we zijn terecht ons bed uitgekomen. We zijn effectief. We zijn most frankly.